In
mijn speurtocht naar een nieuwe snorfiets pakten zoon en ik de trein
richting oma, die met ons mee zou gaan.
De bedoeling was er een paar
leuke uurtjes van te maken inclusief een bezoek aan
de tweewielerspecialist,
waar mijn moeder (oma) een paar leuke aanbiedingen had gezien. Ik
koos voor een Keeway snorscooter in de kleur champagne met van alles
er op en eraan.
Na
de lunch bij een vis – en patat zaak had oma zelf ook nog een paar
klusjes af te handelen. Eentje ervan was bij een markthal waar ze
behang, verf en behangerslijm verkochten. Twee meterslange rollen
vinyl-behang en een ton behangerslijm waren de buit. Behang ging in
de achterbak van de Peugeot. Daarna wilde ik de ton in de achterbak
tillen. ‘Nee.’ zei mijn moeder ‘Dat past niet meer, zet maar op
de achterbank’. Ik had de indruk dat het makkelijk had gekund want
tijdens vakanties propt ze er het tienvoudige in. Toch zette ik,
zonder commentaar te leveren, de ton braaf op de achterbank.
Zoon
kroop achterin bij de ton. Nauwelijks vijf minuten waren gepasseerd
of we hoorden op een alarmerende toon een ‘Mahaam..’ vanaf de
achterbank. Ik en oma keken verschrikt achterom om te kijken wat
er aan de hand was. Zoon was klaar om zelf behangen te worden, een
gedeelte van de achterbank en vloer ook. Alles zat onder de lijm. Oma schoot direct in de stress. Ze maakte
meteen rechtsomkeert naar de markthal. Waarschijnlijk in de, achteraf ijdele, hoop een
nieuwe ton te krijgen en de boel zo snel mogelijk schoon.
Ze
dirigeerde zoon uit de auto en zei ‘Trek je korte broek maar uit’.
Zoon trok een verschrikt gezicht. ‘Midden op straat? Dan sta ik in mijn
onderbroek!’ De toilet leek een betere optie. Hij strompelde er druipend van de lijm naartoe. De eigenaren van de winkel gingen aan
de slag met het opscheppen van de lijm in de auto en het uitspoelen
van de auto-mat.
Oma was ondertussen bezig de korte broek van mijn
zoon uit te spoelen in de wc. Ik stak een shagje op en hield al
rokend de niet afgesloten auto in de gaten. We wilden natuurlijk niet ook nog eens
beroofd worden.
Uiteindelijk
was alles schoon, schoof zoon in een natte broek op de achterbank en
verdween de ton, ditmaal in een vuilniszak, alsnog in de achterbak. Ineens paste dat kennelijk nog prima.
Het humeur van oma en zoon was begrijpelijkerwijs ietwat gedaald. Ik zei relativerend
‘Ach, hebben we weer wat te vertellen’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten