zondag 22 januari 2012

Rampenvakantie


We nemen een hele grote sprong terug in de tijd. We gaan naar de vorige eeuw in Zuid-Frankrijk, Gorges du Verdon


De zomer van 1987 
Ik ben een meisje van dertien jaar. Elk jaar ga ik met mijn ouders en broer op vakantie en vaak gaan we naar Frankrijk. Zo ook dit jaar. Het wordt een memorabele vakantie door alle kleine en grotere rampen die plaats vinden in de periode dat wij daar verblijven.
Het is natuurlijk avontuurlijk als je veel meemaakt op een vakantie maar ze kunnen het overdrijven van hogerhandDie zomer hebben we te maken met een slang in de diepe beek op de camping, een verdrinking in het stuwmeer, een helikopter die neerstort tegen een bergwand en een barre wandeltocht.
De Gorges du Verdon is een prachtig en imposant gebied. Het straalt af van de vele foto's op internet en je voelt het als je het gebied in levende lijve ziet. Hoe grillig het ook kan zijn, weten we aan het eind van de vakantie.

Slang
De camping lijkt op elke andere doorsnee camping in Frankrijk, ware het niet dat we ditmaal gezegend zijn met een vrij diepe beek die dwars door het terrein loopt. Een bruggetje over de beek voegt de twee delen van de camping weer samen. Elke dag spelen vele uren lang allerlei argeloze kinderen in die beek. Het water is koud maar vanwege de temperatuur op het droge een lekkere verkoeling. Onder het bruggetje bouwen we dammen. Campinggasten die hun flessen frisdrank aan een touw in het water koud houden, missen soms inhoud. Af en toe pakt een kind, inclusief ik, in een onbewaakt ogenblik en daarbij schichtig om zich heen kijkend, de fles en zet deze aan zijn mond. 
Een paar dagen na onze aankomst is er commotie op de camping. Een slang is gesignaleerd in de beek! Ik loop nieuwsgierig naar het bruggetje waar een groepje mensen zich heeft verzameld. Als ik dichterbij kom, zie ik waar ze omheen staan. Een levenloze zwarte slang. Uit het water gehaald en doodgemaakt. Hoewel ik daarna gewoon weer in de beek gestaan heb, voornamelijk vanwege jeukende uitslag op armen en benen door een spontaan ontstane zonne-allergie, is de onbevangenheid weg. Ik blijf aan dat enge beest denken. Elke keer houd ik het water scherp in de gaten. Voor het geval een ander exemplaar komt aandrijven.

Verdrinking
Af en toe rijden we met de auto naar het stuwmeer een x aantal kilometer verderop. Ook daar speelt zich die vakantie wat af. Het eerste verhaal betreft de verdrinking van een volwassen man. Hij is met zijn twee kinderen in een kano midden op het meer omgeslagen. Het lukt hem zijn kinderen weer in het vaartuig te zetten maar zelf is hij door het ijskoude water te onderkoeld geraakt. Hij overleeft het niet maar is wel de held van de zomer.

Neergestorte helikopter
Een andere dag komen we net terug van een vaartocht in de roeiboot op het meer. We treffen grote consternatie aan. Een hele groep mensen staat op het strand, voorop een vrouw die met een hand boven haar ogen naar de bergen tuurt en een paar agenten verspreid door de groep. Wat blijkt: je kunt rondvluchten maken over het gebied in een helikopter maar die dag is het mis gegaan. Een helikopter is tegen de bergwand geklapt. Vier inzittenden plus de piloot zijn dood. De vrouw met haar gefixeerde blik is de echtgenote van de piloot. Als we naar de camping terug rijden, zien we de bewuste helikopter kapot tegen de bergwand rusten. We zijn allemaal onder de indruk en zwijgend bereiken we de camping.

Barre wandeltocht
Mijn ouders komen op het idee een bergtocht met ons te gaan maken. Een pittige tocht  waarvoor je minstens twee liter water per persoon nodig hebt. Wij moeten met acht liter water op pad. We vertrekken in de duisternis. 
Het begint plezierig. We gaan bergafwaarts langs een slingerend pad. Een mooie omgeving met beneden aangekomen een beekje met heerlijk verfrissend water. We zijn niet de enigen met de ingeving deze tocht te doen. Achteraf gelukkig maar want ergens op de route, samen met twee andere groepjes, raken we per ongeluk het spoor bijster. We belanden in een moeilijker tocht. Van stevig wandelen gaan we over in berg beklimmen.
Dat varieert van bij een rots omhoog getrokken moeten worden door een voorganger tot steil naar beneden lopen op een pad waar kiezels liggen, zonder je ergens aan vast te kunnen houden. Daar raak ik in de problemen. Door de afdaling heb ik de vaart er enthousiast in. 
De kiezels beginnen onder mijn voeten te schuiven en ik word als het ware 'meegenomen', richting afgrond. Instinctief laat ik me na een paar meter op mijn knieën vallen. Ik zit zo dicht op de rand dat ik alleen maar mijn hoofd een stukje vooruit hoef te steken om overheen te kijken. Dan staar ik in de gapende afgrond. Ik besef, ongewoon stoïcijns, dat als ik me niet had laten vallen het niet goed met mij afgelopen zou zijn. 

De dieptes in de Georges du Verdon zijn namelijk enorm! Ik word geen slachtoffer van dit gebied. Alleen twee hevig bloedende geschaafde benen hou ik eraan over. Het kost ons twee liter water om ze schoon te spoelen. We moeten door want we zijn nog lang niet aan het eind van de route. Deze duurt nog uren en gaat ook halverwege door een donkere tunnel met troebel water. Op sommige plaatsen komt het tot halverwege je scheenbenen maar dat vind je als kind wel spannend.

Aan het eind van de route komen we tot de ontdekking dat we helaas niet een soort ronde hebben gemaakt waarbij je weer aan de start eindigt. De auto staat daar wel. Wat nu? Een heel eind sjokken we door de brandende zon, want onze energie is zo'n beetje op, in de hoop dat we gauw ergens op een bus kunnen stappen, terug naar de auto. 
Van uitputting gaan we liften en belanden met zijn vieren opgepropt achterin een Mini van een Frans stelletje. Mijn moeder is zo dankbaar dat ze de hele tijd 'Merci, Merci beaucoup' als een litanie blijft herhalen. In het eerstvolgende dorpje aangekomen staat een bus. Is het een bus die wij moeten hebben of juist niet? Tegen de tijd dat we denken van wel, rijdt deze net weg. Het is de schuld van mijn vader, vindt mijn moeder. Daarom wordt hij op een strategisch punt geparkeerd en wij wachten achteraf, verdekt opgesteld, tot hij een lift krijgt. Een vrij grote auto met Nederlandse kentekenplaten stopt. Het oudere duo wil mijn vader wel meenemen. Alsof dat het startsein is, rennen wij met zijn drieën verfomfaaid en bezweet op ze af, waardoor het echtpaar vreemd opkijkt. Waar komen zij zo snel vandaan? 
Het is pikkedonker als we met onze eigen auto het campingterrein weer oprijden.

Ik heb nog nooit zoveel heftige dingen tegelijk tijdens een vakantie meegemaakt. Gelukkig kan ik het navertellen.

Bron foto's: Phonk.net, tourisme83.com, georges-du-verdon.fr, writethisway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten